|
||||||||
|
Het is niet voor het eerst en hopelijk niet voor het laatst, dat we het in deze kolommen mogen hebben over Esbe. De dame in kwestie is zonder twijfel één van de meest intrigerende figuren, die we de voorbije jaren tegenkwamen: ze hanteert een volslagen aparte aanpak in haar werk en laat zich inspireren door zowel de meest exotische locaties als door de meest wereldbekende nummers, waar ze steevast een heel eigen draai aan weet te geven. Dat kan ze doen omdat ze enerzijds beschikt over een ongelooflijk straffe stem, waarmee ze eender welk genre aankan, als door een heel bijzonder vermogen om alles naar haar hand te zetten middels multi-tracking, samples, originele elektronica en vooral een heel sterk gevoel voor orkestratie en arrangementen. Voor deze nieuwe plaat, haar negende als ik de tel goed bijgehouden heb, dompelde ze zich onder in die wonderlijke stad, die Venetië is en die al heel lang La Serenissima -de Doorluchtige- genoemd wordt. De plaat is eigenlijk de neerslag van een muzikale wandeling door de wonderlijke stad, die je, zonder veel overdrijving, kunt beschouwen als de wieg van wat we vandaag kennen als “Italiaanse opera”. Het verbaast ons dan ook niet dat de plaat opent met een hertaling van “Amarilli, Mia Bella”, dat oorspronkelijk uit “Le Nuove Musiche” van Giulio Caccini komt en een fraai voorbeeld is van de vroege barokmuziek uit Italië en het stond al even op Esbe’s concertprogramma, sinds ze afstudeerde van de Royal Academy of Music in Londen. De titeltrack, een klein, fijn, walsje, dat op de gemaskerde bals van toen in Venetië gedanst en gespeeld had kunnen worden en dat hier opgehangen wordt aan wat schilder Canaletto -een begrip als het over geschilderde stadsgezichten van Venetië gaat- vandaag zou kunnen zien, als hij uit de zeventiende eeuw hierheen zou komen en de stad zou bekijken in het licht van de huidige klimaatverandering met de daaruit volgende stijging van het water. We zagen er recent al enkele voorbeelden van en de ontkenners krijgen steeds vaker ongelijk, al willen ze dat nog niet inzien. Liefdesliedje “Te Amo” wordt in heus Latijn gezongen, best wel verrassend voor een taal die je toch voornamelijk met geschreven teksten of poëzie associeert, maar daar schrikt Esbe niet voor terug: ”Palazzo”, even verderop, wordt in het Turks gezongen. Venetië en haar steeds weer verrassende uitzichten worden door de zangeres met evenveel instrumentale invalshoeken getoonzet. Van het sobere “Little Echo” tot het rijkelijk gearrangeerde instrumentale “Footsteps” of “Victory” en “Death in Venice”,telkens weer worden arrangementen heel typerend aangewend om de sfeer en de boodschap van een nummer vorm te geven. Wellicht het allermooist klinkt dat allemaal samen in het afsluitende “La Serenissima Remembered”. Ten huize van ondergetekende is het al een tijdje bekend: Esbe is een formidabele muzikante en zangeres, die heus wat meer bekendheid verdient dan ze vandaag mag ervaren. Ik mag hopen dat u eens gaat luisteren ! (Dani Heyvaert)
|